Over Gerda

FOCUS OP DE WERELD

Beeldend kunstenaar Gerda Schimmel koos een driedimensionaal kunstwerk dat de iris van het menselijk oog belichaamt, als veelzeggend logo. De textielsculptuur staat voor haar persoonlijke kijk op de wereld en de reflectie hiervan in haar werk. Het beeld bestaat uit een cirkel van geregen textielstroken. Deze gelaagde vormgeving sluit naadloos aan bij de meervoudige visie van Schimmel op de mens en zijn handelingen maar ook op haar doen en laten als kunstenaar. Gelaagdheid in materie, vorm en inhoud vormt de kern van haar autonome oeuvre. Hiermee verzet ze zich tegen het geven van eenduidige betekenis aan haar werken.

Uit de monumentale werken blijkt dat Gerda Schimmel de geest van een beeldhouwer heeft die denkt in drie dimensies. Het monumentale karakter van de beelden staat los van het formaat. Het hangt samen met de wijze waarop ze haar beeldende visie heeft vertaalt in overtuigende werken die de textielkunst overschrijden.
Vaste thema´s en motieven boeien haar niet. De textielsculpturen komen voort uit de synthese tussen realiteit, verbeelding en mogelijkheden van het materiaal en spreken voor zich. Zo zijn haar kleurrijke fantasievissen zo expressief vormgegeven dat ze een gevoelsleven uitdrukken. De indringende beelden van perkament hebben door hun kleur en formaat theatrale kwaliteit. Het in series uitwerken van sculpturen naar materiaal of thema geeft de sculpturen nog meer verdieping.

Kenmerkend is de experimentele werkwijze waarbij de beelden al vormend onder haar handen groeien. Schimmel laat zich verrassen door de eigenschappen van het materiaal waardoor de beelden totaal anders kunnen worden dan ze van te voren dacht. De werken zijn zo perfect geconstrueerd dat ze begrip voor uiteenlopende materialen en technieken weerspiegelen. Schimmel beschouwt gebruikte stoffen niet als afval maar als inspirerende materie en ontwerpt voornamelijk vanuit materialen met textieleigenschappen en de herkomst hiervan. Het geven van een tweede leven aan deze reeds gebruikte materialen geeft haar sculpturen extra lading. Gebruikte zeilen bleken zo stug dat ze er alleen gaatjes in kon smelten en touwtjes doorheen kon rijgen. De visvormen, die per toeval ontstonden, zijn gesneden uit mislukte schilderijen van collega kunstenaars. Door de al aanwezige schilderingen op de doeken kreeg elke vis een persoonlijke verfhuid.

Schimmel put onder meer inspiratie uit de natuur maar ook uit de kunsthistorie, kunstfilosofie, mythologie en muziek. Voor het in elkaar zetten van haar beelden grijpt ze soms terug naar de Nederlandse klederdrachten. Van oudsher worden die niet genaaid maar geregen en gevouwen. Muziek speelt een rol bij het ontstaan van de persoonlijke rijgtechnieken. Zo echoot het veranderende rijgritme van textielsculptuur Disc I en Disc II de wisselende maatvoering van Canto Ostinato van componist Simeon ten Holt (1923-2012).

De serie ‘De Val’, naar de Icarusmythe op een schilderij van Brueghel de Oude (ca. 1558), typeert het materiaalgevoel en de verbeeldingskracht van Gerda Schimmel. Zodra ze de grillige stukken perkament (runderhuid) bekeek, zag ze er al de neerstortende figuur in. De rafelige randen van de opgespannen huid die doorgaans weggesneden worden, verleent de sculpturen met energie beladen dramatiek. De perkamentbeelden zijn zo betekenisvol dat ze niet alleen verwijzen naar ´De val van Icarus´maar het hoogmoed motief doortrekken naar de algemene actualiteit en het kunstenaarschap van Schimmel zelf.

De tragische mythe rond hoogmoed en te hoge verwachtingen is in deze tijd met zijn crisis en schuldenlast nog steeds actueel. Zo geeft een tragedie uit het verleden mensen de mogelijkheid het eigen handelen met andere ogen te bekijken.

De hoogmoedgedachte achter de Icarusmythe verbindt Schimmel ook aan haar eigen inspanningen. Een kunstenaar wil vaak net iets meer dan op dat moment realiseerbaar is. Voor haar is dit echter een aanjager in plaats van een valkuil. Als beelden niet uitvoerbaar blijken, zoekt ze naar een andere werkwijze. Technische problemen geven zo aanleiding voor diepgaander onderzoek van materiaal en techniek. De uitkomst hiervan kan weer gebruikt worden als uitgangspunt voor volgend werk. Het verklaart bovendien de recente behoefte terug te grijpen op ouder werk vanuit de gedachte dat er nog meer mee kan.

De monumentale textielsculpturen van Gerda Schimmel zijn volop in ontwikkeling. Tegenwoordig werkt ze met uiteenlopend gebruikt textiel. In de toekomst mogelijk ook met nieuwe materie waar al dan niet een verhaal aan vast zit. Vast gegeven is dat ze het proces van het creëren belangrijker vindt dan het eindresultaat. Leidraad hierbij zijn de eigenschappen van het materiaal en de zwaartekracht. Andere constanten in haar werk zijn de perfecte, betekenisvolle constructie van de beelden en de gelaagdheid naar ontwerp en inhoud. Die meerduidigheid maakt de werken tot interessante objecten. De kijker mag de sculpturen zelf interpreteren en er andere dingen in herkennen dan de kunstenaar zelf. Het geeft de textielbeelden meerwaarde en maakt ze voor Gerda Schimmel extra ge(s)laagd.

Lida Bonnema Kunsthistoricus